Één van de dagboeken die ons aansprak om te lezen en inzichten uit te halen was het dagboek van Philip Mechanicus. We hebben allemaal de taak op ons genomen om een aantal dagen uit het dagboek te lezen om een beter beeld te krijgen van het kamp en de potentiele quotes uit het dagboek te krijgen.

In Depot

Untitled

Philip was een joodse journalist bij het Algemeen Handelsblad die in Westerbork een dagboek heeft bijgehouden. Op 7 november 1942 arriveert hij in kamp Westerbork. In het dagboek (Depot) is te zien dat Philip elke dag van 28 februari 1943 t/m 28 mei 1944 in het dagboek heeft geschreven over de gebeurtenissen die in Westerbork plaatsvonden. Hij is op 15 oktober 1944 neergeschoten in Theresienstadt.

Dagboek analyse

Mei

28 mei - Hij ziet er kraakzindelijk uit: hagelwitte verplegersjas, die blinkt en schittert tegen de smerige, gore jassen, waarin de meeste andere broeders rondscharrelen.

29 mei - De commandant heeft vandaag toen hij op de fiets zat, een Jood, die bij een trein aan het laden was en met zijn achterwerk naar hem toe stond, daar tegen een schop gegeven om hem te betuigen dat hij gebrek aan eerbied betoonde

30 mei - het enkele feit dat hij Jood is, kan hem niet bevredigen als de oorzaak van zijn ellende, zijn onteigening, zijn isolering, zijn verbanning.

Vieze stank van de latrines in de heide, door de wind overgebracht, pestilent.

Vandaag een hele komkommer gehad.

31 mei - Zo is alles relatief: de Jood, die vroeger een ruime, rijkgemeubelde flat in plan-Zuid in Amsterdam heeft bewoond, is nu al dankbaar als hij in dit milieu één voddig gemeubeld kamertje in een snerthuisje mag betrekken.

Juni

1 - De trein: een lange schurftige slang, van oude, smerige wagens, die het kamp in tweeën scheidt. De Boulevard: een verlaten oord, afgezet door od-ers om overtollige belangstellenden te weren. De bannelingen: beladen met een broodzak, die met een band aan de schouder bevestigd over de heup hangt, en één opgerolde deken, die met < een > touw aan de andere schouder bevestigd, aan de rug zwalkt.

Mannen, stil, strakke gezichten, vrouwen, vaak snikkend.

De agenten van Lippmann, Rosenthal & Co volgen de ballingen op de voet in de trein: wringen nog de laatste kleine bezittingen uit hen, klein bankpapier, vulpenhouders, horloges, onder intimidatie en muilperen.

2 - Alles voor de façade. In de grote woonbarakken hebben de leiders de vrouwen, die niet zijn ingedeeld bij het dagelijkse peloton aardappelpitsters, bevolen, een kistje met aardappelschillen op haar schoot te nemen en te doen alsof zij schillen voor het geval de hoge autoriteiten komen. Façade.

3- De Nederlanders zeggen: met pak en zak terug naar Moffrika; ze horen niet bij ons

6- Mijn linkerbuurman filosofeert over een ander motief: als ik aan mijn broodje-met-pekelvlees van De Haas denk, of aan mijn broodje-halfom, dan krijg ik het water in mijn mond.

7- De zorg van de dokters is uitnemend, maar het sociale milieu is erbarmelijk, de verzorging van de kinderen laat veel te wensen, in het bizonder van de babies, de hygiënische toestand fataal.

17- De sterfte wordt op het ogenblik op vijftien kinderen per week gesteld.